Wat hebben we gedaan?

Ruim 90 zorgprofessionals, bestuurders en managers spraken met elkaar over waarom verandering nodig is en wat de ambities voor de toekomst zouden moeten zijn. In het onderdeel ‘Kruip in de huid van’ verplaatsen deelnemers zich in een andere discipline waardoor ze elkaar beter leerden kennen en mooie adviezen konden geven. Er werden gesprekken gevoerd met Zoetermeerders: patiënten, cliënten en mantelzorgers. Dat leverde veel inspiratie op en suggesties voor verbeteringen. De komende weken, maanden en jaren gaan we daarmee met elkaar aan de slag. “Om deze veranderingen in zorg te laten slagen, moeten we nog meer etappes met elkaar fietsen,” sloot Klara Rijnten, longarts van het LangeLand Ziekenhuis, de bijeenkomst af. “Blijf gedreven en gepassioneerd meefietsen en vertel je collega’s over deze ‘tour de Zoetermeer’. Als we ergens in Nederland de zorg kunnen transformeren, dan is het in Zoetermeer.”

“Van witte jas naar witte cape! Met de autoriteit van Diederik Gommers en het netwerk van Famke Louise. De Out of the box doc.”

Back to the future

Stel je voor, het is 5 oktober 2023 en we hebben drie jaar aan de zorg in de regio Zoetermeer gewerkt. Waar staan we dan? In deze opdracht keken de deelnemers terug vanuit een succesvolle toekomst. Het is 2023 en dit hebben wij bereikt!

Kruip in de huid van…

De medisch specialist heeft meer tijd voor complexe zorg. Dat betekent minder MDO’s, alleen voor de complexe gevallen. Een anderhalvelijnspoli naast de kaderhuisartspoli. In het netwerk zorgen we er samen voor dat patiënten niet tussen wal en schip vallen. En onze groep wil graag een lans breken voor talenturen: er moet ruimte zijn voor eigen talenten van elke specialist. Van witte jas naar witte cape! Met autoriteit van Diederik Gommers en het netwerk van Famke Louise. De Out of the box doc als inspirator, influencer en verbinder. Samen, als team, zijn we een superheld.

“De medisch specialist staat als een team om de patiënt heen. Het team is goed met elkaar verbonden met het motto van The A-Team: I love it when a plan comes together. Dat is ook onze opdracht: zo snel mogelijk het goede plan uit gaan voeren.”

Matthijs Bax, medisch specialist: “Als je deze beelden ziet en verhalen hoort, wordt het alleen maar leuker om in de zorg te gaan werken. Dit zijn perspectieven waar we wat mee kunnen. Het kost energie om uit de oude groeven te komen, maar zoals het nu gaat, gaat het niet meer. De vergezichten lijken niet heel ver weg als we maar de volgende stappen zetten. Meekijkconsulten in de anderhalvelijn, minder MDO, talenturen voor medisch specialisten. Dat is haalbaar en daar hoeven we geen 5 jaar op te wachten!”

Jos Roelofsen, medisch specialist: “Je moet het inderdaad als team doen. De zorg verplaatst naar de thuissituatie. We moeten meer patiëntbesprekingen tussen de 1e en 2e lijn voeren voordat patiënten in de 2e lijn terecht komen. Soms is het simpel oplosbaar en kan er veel in 1e lijn gebeuren. Anderzijds moeten we ook meer gebruik maken van elkaar expertise: horizontaal verwijzen en oplossen. Er moeten schotten weg.”

“In dit proces kunnen we ervoor zorgen dat de verpleegkundig specialisten de tools krijgen waarmee ze superhelden worden. De verpleegkundig specialist komt naar je toe en gaat aandoeningsgericht mee. Dit is een enorme verandering, maar een mooie ontwikkeling die we goed moeten begeleiden, bijvoorbeeld met digitaliseren en automatiseren. Alle informatie die de ‘mobiele verpleegkundig specialist’ nodig heeft, moet overal gemakkelijk toegankelijk zijn. Ook de sociale informatie. De overgang van binnen de muren van ziekenhuis naar huis is heel groot. Het sociale aspect moet veel aandacht krijgen. Digitalisering zorgt ervoor dat je elkaar in de wijk heel makkelijk kunt vinden.

 

Annemiek Schipper, verpleegkundig specialist uit het Langeland Ziekenhuis. “Mooi te horen dat we in onze kracht gezet worden. Ik zie ons in de toekomst inderdaad veel meer buiten de muren van het ziekenhuis werken, als tussenpersoon tussen de tweedelijnszorg en de eerstelijnszorg. De verpleegkundig specialist moet centraal staan om te kunnen doen wat nodig is voor de patiënt. Laten we dat doen.”

Miranda Boogaart, Buurtzorg: “Ik kan me er helemaal in vinden. Het is belangrijk dat alle informatie vanuit verschillende hoeken bij elkaar komt.”

Wilma Nieuwenhuis, Fundis: “Nu werken we vooral intramuraal en er zou inderdaad meer gebruik gemaakt kunnen worden van onze kennis en ervaring in de eerste lijn. Dat gebeurt al vanuit de huisartspraktijken. Binnenkort start vanuit Fundis een pilot buiten Zoetermeer. Het zou mooi zijn om dit uit te breiden in Zoetermeer.”

 

De fysiotherapeut heeft veel aandacht voor het fysieke aspect en lijkt nu soms op een einzelgänger. Wij hebben een fysionetwerk voor Zoetermeer geschetst, waar geen concurrentie is en de fysiotherapeut zich ook bezighoudt met preventie, zowel digitaal als in zelfzorg. In de toekomst hebben we netwerkbekostiging in plaats van productieafspraken. Vanuit het web volg je als patiënt de goede route, zonder te lang in het web te blijven kleven.

Pascal Matla, fysiotherapeut: “We zitten als fysiotherapeuten in Zoetermeer al tussen het nu en straks in. Op COPD en orthopedie hebben we een netwerk, een regionale zorggroep, waarin een goede samenwerking is met verwijzers en tussen fysiotherapeuten onderling. Dat moeten we inderdaad ook op meerdere gebieden organiseren en zichtbaar krijgen. Videobellen en thuisoefenprogramma’s hebben hun beperkingen maar zeker ook meerwaarde.”

Luite van Assen, fysiotherapeut: “In de toekomst willen we als fysiotherapeuten een aanspreekpunt zijn voor de eerste en tweede lijn. Dat is in gang gezet maar nog in een pril stadium. Ik zie ook een rol voor ons in de eerstelijnszorg, in het ondersteunen en ontlasten van de huisartsen. Daar kunnen we meer in doen.”

“Er komt een heleboel op de huisarts af. Hij is aanspreekbaar voor heel veel partijen. We wensen voor de huisarts dat hij niet meer vanuit 54 praktijken hoeft te werken met ieder een eigen spoedlijn, maar dat ze zich meer als geheel organiseren en denken. Op die manier zijn zorgverleners en huisartsen gemakkelijk bereikbaar naar elkaar.”

“De huisarts heeft een complexe regierol met veel ballen in de lucht. Er zijn veel functionarissen aan de huisartsenpraktijk toegevoegd en er is veel differentiatie in functies waar bijvoorbeeld de kaderhuisartsen uit voortkomen. Waarom gaan we het wiel opnieuw uitvinden? In het ziekenhuis hebben we ook ervaring en kennis die nu nog in ziekenhuisstoelen zitten. De spiderdokter spint de draden en de zorgpartners daaromheen moeten helpen het spinnenweb stabiel houden. Het web is ook virtueel door uitstekende ICT-ondersteuning. We zien in de toekomst grenzen wegvallen. Tweedelijns specialisten helpen huisartsen met specialistische adviezen direct in eerstelijns praktijk of het gezondheidshuis, fysiek en/of digitaal.”

Nicole Zwaga, huisarts: “Een aantal oplossingen zijn al gerealiseerd in Zoetermeer: we hebben korte lijnen en een georganiseerd mandaat voor de hele groep. Dat is al voor een groot deel gelukt, maar er is zeker ruimte om dat gezamenlijk te bevorderen in de 1,5 lijns zorg. Breng de ziekenhuiszorg meer naar de praktijk toe, eventueel digitaal door specialisten op afstand erbij te betrekken. In gezamenlijkheid, niet individuele, losse producten maar kijkend naar de patiënt als geheel zonder losse verwijzingen. Hoe dat exact vorm moet krijgen op locatie, wordt nog wel een uitdaging.”

Aline Pikaar, huisarts: “Als huisarts ben je de aanspreekbare partij voor zowel de patiënt als het netwerk. Wat niet urgent is, moeten we niet telefonisch willen oplossen. Wat ik nog mis in deze ‘kruip in de huid van’ is de arts die zijn eigen patiënt kent. Waarnemers verwijzen meer. Om onnodige zorg te vermijden, moeten we het kennen van de patiënt erkennen als kracht. Je zorgt samen voor de zorg in Zoetermeer. Dat spreekt me enorm aan.”

“De landelijke ontwikkeling naar IGO’s past binnen de visie van Zoetermeer 2.0. Er is al een goede samenwerking in de keten. Hoe zorgen we voor zwangeren met een psychische stoornis? Zorg zou meer vloeiend in elkaar moeten overlopen en er moet meer substitutie plaatsvinden. Echt samenwerken onder één dak, zonder de identiteit van professionals te verliezen.”

De verloskundige is voor ons een octopus met meerdere armen. We moeten meer aandacht hebben voor preventie om babysterfte te voorkomen. Maak het geboortehuis onderdeel van het gezondheidshuis met het kraamhotel daaraan vast.

Jolanda van de Burg, verloskundige: “Eén dossier zou ons al zoveel onnodig werk schelen. Dat is cliëntvriendelijk en kostenbesparend. De lijnen in Zoetermeer zijn kort. We moeten waken dat we wél vanuit verschillende perspectieven naar casussen blijven kijken. Dat heeft meerwaarde en moeten we niet vergeten als we het samenvoegen.”

Jos Roelofsen: “Je moet de constructie van je controle anders organiseren. We moeten de eerste 12 tot 14 weken na een bevalling echt mensgericht kijken naar wat iemand nodig heeft. Daar zijn tools voor die helaas nog niet toegankelijk zijn. Nu leggen we een generieke lijn over alle patiënten: voor de een is dat overcapaciteit, voor de ander onderrapportage.”

“Het is belangrijk voor de toekomst om in de psychiatrie goed te kijken naar wat is psychiatrische zorg en wat sociale zorg is. Eenzaamheid is niet psychiatrisch. Echter, de maatschappelijke problematiek wordt steeds groter. Mensen zullen meer vereenzamen en dat kan leiden tot meer psychiatrische problemen. We zien de psychiater zijn rol als Yoda houden om te verbinden maar tegelijkertijd doen we een beroep op nieuwe helden als buurman en buurman. Zoek het in de buurt, in de kracht van de mens zelf en het netwerk daar omheen.”

“De psychiater gaat de komende jaren een forse verandering doormaken. Van ‘alleen op een eiland’ naar een vast team en onderdeel van de keten acute zorg. De psychiater vormt samen met de geriater en de specialist ouderengeneeskunde een driehoek rondom de patiënt. Binnen dit team weet men elkaar snel en laagdrempelig te vinden en vanuit het team vindt er afstemming plaats met de huisarts, casemanagers en thuiszorg. Tevens maakt de psychiater een verandering door naar meer begeleiding thuis.”

Mariëlle Hendriksen, Rivierduinen: “Ik herken het dilemma waar we als psychiaters nu al elke dag voor staan: wat is sociale problematiek en wat is psychiatrie? We voelen ons een verbinder. Wat ik lastig vind, is hoe gaan we onze psychiatrische expertise vormgeven en beter maken en hoe zorgen we ervoor dat we elkaar in het veld blijven vinden. Die scheuring zie ik ook in dit plaatje.”

“De zorgverzekeraar maakt nu vooral individuele afspraken en controleert van bovenaf, bijna alsof we wel in het keurslijf passen. Dat geeft een gevoel van wantrouwen. Wij zien in de zorgverzekeraar van de toekomst een Michele Obama opstaan. Iemand die inspireert en motiveert zonder te moraliseren. Ze kijkt over de grenzen heen en brengt een verandering teweeg in de populatie: geeft mensen vertrouwen dat ze kunnen veranderen. Dat betekent meer investeren in leefstijl en positieve gezondheid. Mensen in hun kracht zetten om zelf gezond te leven. En de professional zelf aan het roer laten door niet op product te bekostigen maar op zorgpaden en budgetgebonden.

“Op dit moment heeft de mantelzorger het heel druk en heeft hij het gevoel niet genoeg te kunnen doen voor zijn patiënt of cliënt. In de komende jaren zal er een transitie plaatsvinden. Wij zien een PSO voor ons, een persoonlijke sociale omgeving: waar het sociale netwerk aan elkaar verbonden is en waar de mantelzorger alles digitaal kan regelen. In de toekomst is het misschien nog steeds zwaar maar hij voelt zich ondersteund door het (digitale) netwerk dat om hem heen staat. Hoe zorgen we ervoor dat de mantelzorger in zijn kracht blijft staan? Het moet ook over de persoon zelf gaan en hij moet meer eigen regie en overzicht krijgen. En niet meer van het kastje naar de muur gestuurd.”

“De wijkverpleegkundige is voor ons de Miraculous Ladybug of superman, een superheld, aangestuurd door meester Fu. Nu heeft de wijkverpleegkundige zowel medisch specialistische taken als een regiefunctie in de wijk. In de toekomst zouden we deze uit elkaar moeten halen. Het tekort aan verpleegkundigen gaat in de toekomst oplopen en daarom moet je de taken zuiver houden. In de toekomst is de wijkverpleegkundige nog steeds Miraculous Ladybug, maar krijgt meester Fu een rol in de regie. Hij wordt de wijkmanager met een web rondom hem heen waarin hij bij allerlei verschillende instanties informatie kan ophalen. We creëren ook een nieuwe functie: de wijkverzorgenden, die onder de wijkmanager vallen. Dat zijn mensen uit de wijk zelf die een signalerende functie hebben. Ze signaleren het als ze zich zorgen maken, als iemand zorg nodig heeft of als ze iemand zien vereenzamen. Doordat we vroegtijdig signaleren wat er aan de hand is, werken we aan preventie en het voorkomen van ziekten. De wijkverzorgende heeft eenzelfde functie als een klassenmoeder in een basisschoolklas. De wijkmanager schakelt met de zorg/hulpverleners in wat nodig is.”

“De wijkverpleegkundige is de koningin van de positieve gezondheid.”

Suzanne Veenhof, directeur Vierstroom ZorgThuis: “Als ik deze verhalen beluister, wordt het in de toekomst niet lastig om mensen te vinden want wat een aansprekend toekomstbeeld. Wat mij aanspreekt, is dat we een overzicht over de wijk hebben met de filosofie van positieve gezondheid. Het meer in de gaten houden van de psychosociale kant is interessant. Daar zit een grote behoefte. We moeten op korte termijn inzetten om de shift te maken van ziek naar preventie.”

Thea ter Louw, Buurtzorg: “Ik ben gecharmeerd van de wijkverpleegkundig als spin in het web. Dat is nu al maar dan kan nog veel meer. De wijkverpleegkundige heeft veel zicht op mensen, gezinnen en wijken en weet wat zij nodig hebben.”

Gert-Jan Speksnijder, directeur Goudenhart: “We zijn samen met WelThuis een pilot begonnen met Google smartglass. Dit is eigenlijk een tussenvorm tussen bellen en fysiek langs gaan. Door een Smartglass kan met de ogen van de arts gekeken worden naar bijvoorbeeld een wond van een patiënt of het gedrag van een cliënt. De ervaringen zijn zeer positief. We zijn bezig met de voorbereidingen om alle 18 locaties van WelThuis te voorzien van smartglasses.

Zorgthema’s

In het laatste onderdeel van de tweede dag kregen de deelnemers de opdracht om met elkaar de diepte in te gaan. Voor drie verschillende zorgpaden (acute zorg, chronische zorg en oncologische zorg) kregen de aanwezigen een type inspiratie mee; preventie, digitalisering of substitutie. Op basis van verschillende inspiratie-documenten rondom deze onderwerpen werd gevraagd om alle lessen en inzichten toe te passen op zorg en welzijn in Zoetermeer

Met wie?

Terugblik

Naam voor de beweging